Architetto, architetta? De vrouw niet langer verstopt in het grammaticale mannelijk.
Sommige beroepen werden in het verleden alleen door mannen gedaan, de werkelijkheid is dat veel vrouwen deze beroepen nu ook uitoefenen. Hoe moet het dan met de van oorsprong mannelijke uitgangen van deze benamingen van beroepen?
De Italiaanse grammatica adviseert om voor vrouwen de vrouwelijke vorm van het beroep te gebruiken. Maria R. is dus ‘la radiologa’ en niet ‘il radiologo’.
Zoals we in een vorig artikel gelezen hebben zijn er diverse uitgangen mogelijk.
Zo hebben de beroepen die in het mannelijk op een -o eindigen in het vrouwelijk een -a: ‘la ministra’, ‘l’avvocata’, ‘l’architetta’, ‘la benzinaia’, ‘la gelataia’ etc.
Bij de woorden die een uitgang hebben die voor het mannelijk en vrouwelijk gelijk is, vinden we:
‘la dirigente’, ‘la barista’, ‘la geometra’, etc.
De mannelijke – iere verandert in – iera; ‘infermiera’, ‘cameriera’ etc.
De beroepen in -tore veranderen meestal in -trice: ‘la pittrice’, ‘la direttrice’, la calciatrice (voetbalster). Dottore heeft echter als vrouwelijke vorm ‘dottoressa’.
Ook – sore vormt -trice: ‘l’ucciditrice’ (moordenares), la posseditrice (bezitster) etc. Maar hier zijn vele alternatieven; je komt ook ‘uccidora’ tegen en een ‘professoressa’ is het meest standaard.
Sommige woorden voor beroepen zijn totaal vrouwelijk en worden toch ook voor mannen gebruikt:
‘la guida’ (gids m/v), ‘la guardia’ (bewaker m/v), ‘la spia’(spion m/v) etc.
In de Italiaanse taal worden ook steeds meer Engelse termen gebruikt: ‘la leader’, ‘la art director’, ‘la manager’, ‘la hostess’ etc.
Het achtervoegsel – essa kan een ironische of denigrerende bijklank hebben, vandaar dat men liever ‘la presidente’ en niet ‘la presidentessa’ gebruikt. En tegenwoordig hoor je vaker ‘l’avvocata’ dan het vroeger gebruikte ‘l’avvocatessa’. Deze negatieve bijklank wordt overigens niet gehoord in de woorden ‘la studentessa’, ‘la professoressa’, ‘la poetessa’, ‘la dottoressa’, ‘l’ostessa (gastvrouw), ‘la principessa’, etc.
Je begrijpt dat een en ander tot verhitte discussies kan leiden. Onlangs hebben enkele vrouwelijke architecten in Bergamo een aanvraag gedaan om zich officieel ‘architetta’ te mogen noemen. Dit is inderdaad goedgekeurd, maar de media hadden er genoeg negatiefs over te melden. Zo was er een andere vrouwelijke architect die zegt te hebben gestudeerd voor ‘architetto’ en geen ‘architetta’ genoemd wil worden omdat dit rijmt op ‘tetta’(tiet). Andere kritiek zou zijn: in het Italiaans bestaat het woord ‘architetta’ niet. Een ander beweert weer: een klinker verandert de zaak niet, er zijn wel belangrijkere onderwerpen als we het over rechten van de vrouw hebben. En sommigen vinden dat het vervrouwelijken van beroepennamen juist sexistisch is en extra nadruk legt op het verschil tussen een man en een vrouw.
Misschien laat je deze discussie liever aan je voorbij gaan en wil je eenoudigweg weten hoe je de vrouwelijke vorm van een beroep vormt? In ieder actueel woordenboek kun je naast de mannelijke vorm ook de vrouwelijke vorm vinden.
De foto op de omslag van de ‘liutaio’ is van eigen hand. In dit kleine werkplaatsje achter het Palazzo Vecchio in Florence was een vrouwelijke vioolbouwer aan het werk. En, voor wie goed opgelet heeft, ze heet dus “liutaia” 🙂
0 Comments